top of page

The brainchild of Alfred Wainwright, the well-known writer and hill-walker, the Coast to Coast Walk crosses three National Parks, undoubtedly some of England's finest scenery. Starting beside the Irish Sea, you have wonderful walking through the mountains of the Lake District, across the Pennines and down Swaledale. The North York Moors await you and beyond them the east coast.

 

A second crossing of C2C completed..12 days... Unbelievable weather(1 day of rain only)...2 blisters... Great memories...and more enjoyable than previously as I was able to take in more of the scenery being a little more certain of the navigation.Once I've sorted the journal I'll post my thoughts on the web.


Meanwhile just a quick mention to a new friend who will complete today..
Richard Daniel "SULLY" Sullivan from New York.. 77 Yrs young walking solo and carrying his kit. You were an inspiration when feet got tired.

Coast to Coast 1

Juni 2002
Intro

Het was achteraf een goed plan. Maar dat had ook anders gekund. Want met afspraken onder het genot en overmoedigheid van een paar glazen whisky gemaakt weet je het nooit!

Maar Paul had al vaker met de rugzak gelopen. En dat leek mij ook wel eens wat. Kortom: Maitre Paul en Rookie Leen. Even afstemmen: het mocht niet van A naar A gaan, de bagage moest inclusief tent, slaapzak en kookgerei op de rug. Een beetje klimmen en dalen zou ook wel lekker zijn en verder niet al te veel plannen. Paul stelde voor een deel van de Coast to Coast Walk te doen. Een in z'n geheel 304 km lange wandeling begin jaren zeventig uitgezet door A. Wainwright. Het traject ligt in Noord-Engeland van de Ierse Zee naar de Noordzee.

Maar andersom mag ook. De loop gaat door drie nationale parken, het Lake District, de Yorkshire Dales en de North York Moors. Daaraan heeft het traject waarschijnlijk z'n populariteit onder de lange afstandlopers aan te danken.

 

Voorbereiding

Paul deelt z'n kennis en materiaal met me. Zo kunnen de investeringen beperkt blijven en weet ik wat belangrijk is. Niettemin moet er het nodige aangeschaft worden: speciale schoenen en sokken, lichtgewicht tentje en slaapzak en een geamputeerd opblaasbaar matje. Van Hans Kooistra en Henny Verhoef leen ik een prima rugzak en dito regenhoes. Die hoes blijkt niet geheel onbelangrijk! Een kunst apart is wat je wilt meenemen ook daadwerkelijk in je rugzak te krijgen. En in plaats van je gram halen moet je grammen jagen. Dat laatste wordt me tijdens m'n oefeningen hier in Noord-Holland al duidelijk. Achteraf heel goed wat kilometers in de benen te hebben. Maar het viaduct over de A7 hier in Hoorn is niet helemaal te vergelijken met een pad vanuit Gunnerside Gill.

Toch beleef ik al veel plezier aan het oefenen. De rust en ruimte van Wognum en Zuidermeer, geweldig. Maar ook de aankomst in de Volendammer, het café in de Hoornse Haven heeft zeker wat. Een bochel heeft status! Bovendien ligt de VOC-replica 't Duyfken in de haven, vanuit Australië naar Hoorn komen varen! De overtocht moet natuurlijk worden geregeld en we spreken af waar we beginnen. Paul boekt de reis bij DFDS-Seaways. Dat betekent 's avonds en 's nachts varen van IJmuiden naar Newcastle.

Heenreis, zaterdag 1 juni

Hele dag mooi weer! Brenda brengt me naar de trein. Ons meeting point is Hotel Victoria in Amsterdam. Ik ben er als eerste en bij Victoria geen spoor van Paul of een bus van DFDS die ons naar IJmuiden gaat brengen. En daar beginnen de eerste afwegingen al. Zal ik Paul op z'n mobiel bellen… hmmm misschien beter van niet, kost stroom en opladen kunnen we niet. Ja en dan duren tien minuten lang, dus toch gebeld. Niet nodig want na een minuut staat Paul voor m'n neus en heel vreemd: ik vind het ondanks ons telefoontje toch onverwacht dat ie daar ineens staat!

De reis naar IJmuiden is okay, mooie blikken op Amsterdam, het havengebied, Noordzee-kanaal en in IJmuiden ligt een aardig bootje op ons te wachten.

 

Aan boord is alles prima, strak georganiseerd. Heerlijk eten, we kiezen voor een buffetsysteem. Mooi weer, rustige zee, een hoop mensen zitten op het dek in het zonnetje. 's Avonds stappen we nog even naar binnen op de brug (dat mag!). Navigeren gaat op GPS dus via satellieten en als je enterplannen hebt dan kijk je op je radar of er een geschikt bootje in de buurt is. Maar bij gebrek aan geschikte boten pakken we 's avonds maar een paar pints. En die blijken tamelijk gewillig. REM's Losing my religion is perfect op piano!

 

Dag 1, Kirkby Stephen -  Keld, 18,9 km

Je loopt Noord Engeland binnen via de rivier  de Tyne. Prachtig! Daarvoor hebben we op zee  nog op het dek gezeten, 's morgens vroeg met  t-shirt aan in de zon! Bij het binnenlopen  proef je de historie al, the Old Castle… En het gaat vanzelf: Lindisfarne's "Fog on the Tyne" schiet me te binnen… Bij het verlaten van de boot horen we: "he, daar heb je toch nog rugzakkers" en even later ontmoeten we Jaap Appelman met  wandelvriend. Vriend moppert want ze lopen  dan wel de hele Coast to Coast Walk, maar  alles is gepland. Jaap wil zonder het tentje en  slaapzak, en ja, dan lever je vrijheid in. Leeftijd van de heren: 65 plus! Bij het mopperen komt gaandeweg ook een accent vrij:  Westfries! Jaap blijkt uit de Wogmeer te  komen en z'n vriend uit Warmenhuizen…  We reizen 'los/vast' samen verder en dat  betekent af en toe een praatje. Eerst met de  bus naar het station van Newcastle On Tyne.  In de stad zijn al voetbalsupporters, Engeland speelt haar eerste wedstrijd in het Wereldkampioenschap. Mooie stad Newcastle en een fraai ruim opgezet station. We pinnen daar ons eerste Engelse geld en maken een pot.  Onze eerste aanschaf is een enkeltje Kirkby Stephen, want daar beginnen we. Let op: spreek uit kurkbie stieven en niet kurkbaai steffen. Om daar te komen moet je anderhalf uur wachten in Carlisle, we doen dat in een  Mexicaanse lunchroom. Hier nemen we ook afscheid van Jaap en vriend, onze krasse knarren reizen door naar St. Bees aan de  Ierse Zee!

Was het op zee zonnig, aan land verdwijnt de  zon. In Carlisle een buitje, maar het wordt  toch weer droog. Maar in de trein naar Kirkby  Stephen (aan de westkant van de Yorkshire  Dales) zien we de donkere wolken al hangen in de heuvels…. En ja hoor, we stappen om ongeveer twee uur 's middags de trein uit en het regent! Gelukkig weten we dat de organisatie dat zo  gepland heeft: een morele test! We bellen de meisjes, Joke en Brenda, op dat we goed  aangekomen zijn en trekken onze  regenjassen aan. De organisatie laat er vervolgens geen gras over groeien, want test  twee houdt in dat we uitgestapt zijn op een gedeelte wat niet op de kaart staat. Gelukkig gokken we goed en bereiken na een half uur Kirkby Stephen. 

Daar beginnen we  dus eigenlijk pas echt onze tocht en wel in oostwaartse richting naar Keld. Het start allemaal lieflijk en begaanbaar, maar als de  verharde weg ophoudt begint het ook harder te regenen. We komen nog een Amerikaans stel tegen dat in tegengestelde richting loopt en dat ons meedeelt dat we een aantal 'boggy' stukken tegenkomen. Met die wetenschap (what the fuck is boggy???) lopen we verder. 'The right of way' betekent nu dat we langs een stel paarden  moeten. Eén er van heeft een piemel en niet zo'n zuinige ook. Gelukkig doet hij niets en het dier zelf ook niet. We lopen nu richting Nine Standards, een absoluut baken. Daar schijn je normaal gesproken een fantastisch uitzicht te hebben. En ik herinner mij een foto op internet waar een man lekker in de schaduw van een Standard zit! Wij gebruiken er één om even uit de wind en regen een paar slokken te drinken en een mueslireep te eten. Van uitzicht is nauwelijks sprake. De Standards liggen trouwens op de 'watershed'.  Vanaf hier stromen de watertjes en riviertjes  naar het oosten. En vanaf hier worden we uit erosie beperkende overwegingen gevraagd de kaartroute te verlaten. Tja, en dan weet je snel wat boggy is. Boggy is het oer-Hollandse soppen. Wat je ziet is hei, maar dan is elk polletje omgeven met water. Sommige niet,  die staan gewoon onder water en dan moet je zoeken naar een manier om het water over te steken of er om heen te lopen. Een pad? Daar niet! Gelukkig heeft Paul een kompas bij zich en weten we zo onze richting te bepalen.  Hiermee, en met af en toe loop- sporen als richtingbepalers bereiken we uiteindelijk een verharde weg.

We  zijn nog steeds 'van de kaart' en houden een auto aan om onze positie te bepalen. Op de kaart kunnen we echter niet meer kijken, want de regen is slagregen geworden en dus niet slim om je kaart eventjes uit het regenhoesje te halen en te draaien….. Wij zelf zijn overigens ook aardig nat, zeker de voeten. Want je kan dan een paar dure Goretex schoenen hebben, als het water hoger dan de schachten reikt houdt alles op. Een regenbroek heb ik bewust niet meegenomen en Paul heeft 'm, uit solidariteit, ook niet aan. Verder blijkt mijn jas niet waterdicht en ook ontdekken we dat er water onder in de regenhoes van de rugzak kan blijven staan. Het gevolg is een deels natte rugzak! De automobilist vertelt ons dat het nog three miles naar Keld is. Niet ver en we gaan ervoor. Maar het begint wel te onweren, en niet zo zuinig ook. Bovendien is het moeilijk in te schatten hoe het onweer zich in de heuvels beweegt en een schuilplaats is in geen velden of wegen te bekennen. Die three miles zijn wat optimistisch. Het blijken er achteraf zeker six te zijn, kortom tien kilometer in plaats van vijf… Op het hoogtepunt van het onweer vragen we nogmaals waar we zitten. Ditmaal bij een boerderij, mede in de hoop daar even te kunnen schuilen. De man in kwestie vertelt ons keurig hoever het nog naar Keld is, maar biedt ons geen schuilplaats aan. En onze assertiviteit kent nog geen Engelse variant. Kortom, nog een paar keer op de foto en nog een half uurtje slagregen op de schouders.

We hadden toen al lang besloten de tent niet op te zetten en lopen direct naar de jeugdherberg. Daar aankomend ontmoeten we in de entree 'the lads'. Twee Engelse mannen die de hele Coast to Coast doen. We zullen ze de komende dagen nog regelmatig tegenkomen.

Het voordeel van onze barre omstandigheden is dat de beheerder van de jeugdherberg aanleiding ziet om ons ons de reservekamer voor noodgevallen toe te bedelen! Een douche, een echt bed, de doorweekte kleren en schoenen drogen en, te laat voor het eten, de mogelijkheid om in de keuken zelf iets klaar te maken!!.

In de keuken heb ik een aardig gesprek met een Engelse vrouw. Ze leert me dat de Floriade maar éénmaal in de tien jaar plaatsvindt. Uiteraard bespreken we het slechte weer en ze vertelt me dat dat hier altijd uit het westen komt. Wanneer ik haar er op wijs dat de wind vandaag toch echt uit het oosten kwam spreekt zij de historische woorden: "Yeah you're right, the wind came today from the east but the rain came from the west!".

In de koelkast staat bier. En dat in een jeugdherberg. Straks vinden we vast ook nog condooms! We vragen ons af hoe dat zit en dat wordt als snel duidelijk. Er is een groep wandelaars in huis, waarvan de echtgenote van één van hen bij een brouwerij werkt. En deze avond zou er geen bier zijn, want dit is natuurlijk een jeugdherberg. Kortom gratis bier en wij krijgen ook een blikje aangeboden. Nooit geweten zo blij met een blikje bier te kunnen zijn!
 

Dag 2, Keld-Reeth (18,1 km)

We leren dat als je in de rij bij het ontbijt "full english please" zegt, je hele bord wordt volgestouwd. Gebakken ei, dikke plak bacon, witte bonen in tomatensaus, toast en een worstje. Daarvoor hebben we al porridge gehad, een soort havermout. Die wetenschap zou Hait mooi gevonden hebben! Het lijkt nu ik het zo opschrijf veel eten, maar we hebben er geen moeite mee.


Onze schoenen zijn nog niet droog en mijn inlegzolen ook niet. De rest gelukkig wel en dat is al heel wat. Het weer is redelijk, later op de dag zelfs mooi. Keld en Reeth liggen beiden in het Swaledale.

In het boekje van Paul Hannon over de Coast to Coast walk wordt een alternatieve route besproken. De echte, aardig pittige, route gaat via de moors en komt langs voormalige mijnen en oude smeltovens. Het nadeel van ziet. We besluiten toch voor de moors te kiezen. Het boekje van Paul Hannon is ook handig omdat het verval er in aangetekend is. Zo weet je een beetje wat je aan klimmetjes en afdalers kunt verwachten.

Keld is beroemd om z'n waterval. Als we door het plaatsje lopen staat er een vreemde groep bij het café. Heksachtige dames, Robin Hood achtige heren. Later horen we dat dit te maken heeft met de viering van het zoveeljarig bestaan van de dodenroute van Keld naar Reeth. Want daar moest je zijn voor een religieuze begrafenis.

 

 

We kruisen al snel de Pennine Way, een andere wandelroute. Achteraf valt op dat we deze dag veel andere wandelaars tegenkomen, het gebied is dan ook prachtig. Weinig Coast to Coasters trouwens. Al snel zijn we aan het klimmen en merk ik dat mijn knietjes dat, na ook de dag van gisteren, niet gewend zijn. Gelukkig is de pijn over op de minder steile stukken. Ook op de vlakke stukken heb ik nergens last van.

Vlak voor we Gunnerside Gill bereiken ziet Paul een heel klein roze pas geboren zoogdiertje liggen. Heel apart en opvallend zo in de donkere moors. We weten niet wat het is, het lijkt op iets van een wat grotere muisachtige. Hebben wij de moeder verjaagd? Paul maakt warme chocola, we eten wat en we bekijken intussen de sporen van de voormalige mijnactiviteiten. Wat een desolaat gebied om te werken! De wandelgroep arriveert ook, zij doen de 'Harriot Way'. Dat is een rondwandeling in dit gebied. We vertrekken weer en niet veel later zijn we de weg kwijt. 'The lads' komen ons nu achterop en het is leuk te zien hoe zij en wij enerzijds goed naar elkaar kijken, maar anderzijds ook ieder het eigen plan trekken. Zij vinden als eerste de route weer terug en verdwijnen uit beeld. Het pad is nu prima, het is makkelijk lopen voor de verandering. In de verte zien we een groepje en tot onze verbazing blijkt dit weer de wandelgroep te zijn! Blijkbaar hebben we toch veel tijd verloren met zoeken…. Niet veel later halen we 'The Lads' weer in. De lange lad heeft blaren en heeft het erg moeilijk.

Vlak voor Cringley Bottom zijn we de weg weer kwijt. The Lads halen ons weer in, maar nu zijn wij het die het eerst weer de weg vinden. En dat viel niet mee want we moesten bijna op de kont naar beneden en met handen en voeten weer omhoog!

 

Of dat kontschuiven iets met de naam Cringley Bottom te maken heeft weten we niet, maar voor het gemak nemen we dat even aan. Weer boven moeten we door een hele nauwe doorgang tussen de stenen. Op de kaart is in de toelichting geschreven dat bowed-legged people hier problemen kunnen krijgen. Typische Wainwright humor. En ja, ik voel me aangesproken.

We bereiken naar schatting rond de klok van vijf uur Reeth. En dat is leuk want Paul is hier met Joke eerder geweest en herkent dus dingen. Na wat rondvragen is duidelijk dan we ons plan, om vanaf hier een stuk van de route over te slaan, niet kunnen uitvoeren. We zijn immers de Yorkshire Dales uit en willen nu direct naar de North York Moors. Maar het openbaar vervoer doet Reeth niet aan omdat het Bank Holiday is! We besluiten om hier te overnachten en morgen gewoon lopend verder te gaan.

We vinden een plek op een camping. Nou ja, camping…. Een weiland met een kraan. Maar wel dicht bij de Jennings-pub die ook barmeals serveert. Goedkoop en vaak goed. Zo'n goedkoop maal is gebaseerd op het principe van geen- of halve bediening. Het bestellen doe je altijd aan de bar en vaak brengen ze je het eten dan wel aan je tafeltje. Het principe van aan de bar bestellen luistert nauw. Later in Newcastle werd dat duidelijk toen ik de ober riep om iets te eten te bestellen. Dat kon, maar ik moest wel aan de bar bestellen. Ik dus naar de bar, om de bestelling aldaar op te laten nemen door…. jawel, dezelfde ober. Maar niks ten nadele van de pub, ik deel inmiddels Paul's enthousiasme. De pub is van iedereen, jong en oud, links en rechts, alto's en normalo's. Beregezellig!! Nee dan is het armoe hier in Nederland met al die concept-cafés  .....Het weiland en de pub liggen in Grinton en dat ligt dan weer aan de Swale. Het weiland is door een vaste groep afgehuurd en we moeten dan feitelijk ook onderhuren. Maar in ruil voor een gesprek wordt dat symbolisch afgedaan. Ik geloof dat we één pond betalen.

In de pub heerlijk een paar pints en bitters gedronken en gegeten. En wie komen er niet veel later binnen…jawel de wandelgroep. Wij waren in de veronderstelling dat hun rondje betekende dat ze weer in Keld zouden slapen, maar het blijkt toch om een groter rondje te gaan! En de bestelling voor het avondeten die ze gisteravond deden was niet voor de jeugdherberg in Keld, maar werden doorgebeld naar de jeugdherberg in Reeth! Helaas is in deze jeugdherberg drank, ook de meegenomen drank, verboden. Vandaar dat ze nog even 'aan de wandel' gingen.

Na de pub overwegen we nog om naar het vuurwerk in Reeth te gaan kijken. Moet mooi zijn als het op de heuvels wordt afgestoken! Het vuurwerk is er trouwens omdat het vandaag ook Queensday is….We besluiten om direct te gaan slapen. We horen het vuurwerk wel, indrukwekkend klinkt het niet.

Wainwright style
Dag 3, Reeth naar Richmond (16,9 km)

We staan redelijk op tijd op en besluiten niet bij de tent te ontbijten vanwege het natte gras. Al snel bereiken we een fantastische plek aan de Swale. Daar ontbijten we in de zon met koffie en hardkeks. Hardkeks zijn een soort voedzame biscuitjes, die uiteindelijk harde keutels veroorzaken volgens Paul. Met de keks lepelen we kuipjes peper-paté, pindakaas of smeerkaas leeg. Lekker! Paul is van de Klasse I, ofwel de catering. Hij is voorzien van voornoemd voedsel, maar heeft ook een brander, mok en kant en klare diners bij zich. Dus ook veel meer gewicht!

De lads waren we kwijt in Reeth, maar ze komen al snel voorbij. We lopen een mooie route en hoeven niet zwaar te klimmen of te dalen. Het is de route van de hekjes en de weilanden. En het is fantastisch dat zoveel landeigenaren de wandelaars over hun terrein laten lopen! Een eerste hoogtepunt is toch wel het House of Ellers. Dit huis is uitsluitend te voet te bereiken en ligt midden in de weilanden. Ik fantaseer een beetje en laat Joke en Paul daar wonen. Brenda en ik komen dan langs en nemen een fles whisky mee. Paul ziet dat beeld wel zitten, maar we hoeven geen whisky mee te nemen. Want die is er gewoon al. En dat is ook logisch.

 

 

 

 

We halen de lads weer in en niet veel later stijgen we wat en krijgen zo een fraai uitzicht over de Swale. En Richmond is dan ook al dichtbij.

We proberen bij de Tourist Information helder te krijgen hoe met het openbaar vervoer naar de North York Moors te reizen. Want het stuk van Richmond naar Ingleby Cross is saai en we willen als we dan toch lopen wel een mooi stukje natuur zien! Maar het is nog steeds Bank Holiday en het lukt dus gewoon niet….. We besluiten om de volgende morgen mee te rijden met de Packhorse. Dat is het busje dat bagage van de makkelijker ingestelde Coast to Coasters vervoert van stop naar stop. We spreken af om 10.00 uur 's morgens op de markt in Richmond.

We drinken nog een pint op een, met veel moeite gevonden, terras. Het is kermis in Richmond en hier struikel je niet over op de grond vastgeplakte elektriciteitssnoeren. Of anders gezegd: je moet je handen op je glas houden om de dieseldamp van de generatoren je bier niet te laten verpesten. En een kabaal! De camping van Richmond ligt richting Brompton on Swale en dat blijkt achteraf nog drie kwartier lopen te zijn. Daar aan gekomen pingelt Paul af en we staan met twee tentjes voor de prijs van één. De lads, die daar ook staan, hebben niet gepingeld maar letten wel op de kosten. Zij slapen dus in één tentje. Dat was voor de receptioniste dan ook een punt, maar wij beloven plechtig niet met de lads te spreken over staangeld. Maar deze voordelige deal brengt geen voorspoed en de lads slaan, weliswaar onwetend, de volgende morgen keihard terug.

Dat weten we dan gelukkig nog niet en we lopen naar Brompton voor een pubmeal. Mijn schoenen zijn vandaag nog steeds niet droog en waarschijnlijk is deze aanhoudende vochtigheid de oorzaak van twee blaren, onder iedere hak één. Ze zitten diep onder het eelt, het is de vraag wat wijsheid is. Prikken of niet? Ik prik niet.

We hebben geen idee hoe lang het lopen is naar Brompton, het blijkt ongeveer drie kwartier te zijn. Maar ja, wel zonder rugzak en er komt speciaal voor Paul ook nog een Laverda voorbij: "Hoor!! Een Laverda!!!" En inderdaad zien even later een exemplaar voorbij rijden. Je bent liefhebber of je bent het niet! Als niet ingewijde deel ik wel Paul's enthousiasme voor motorisch geweld en stijlvol Italiaans ontwerp. Het voordeel van een motor in Engeland is trouwens dat het stuur niet rechts zit! De pub heeft een centrale bar. Dat merk je pas als je niet alleen het café- maar ook het eetgedeelte bezocht hebt. De ober/eigenaar zijn we dan ook in eerste instantie regelmatig kwijt, later begrijpen we waarom. Hij serveert in eerste instantie alleen, maar na een poosje krijgt hij hulp van een aardige dame. Eén van het type dat naar beneden kijkend haar schoenen niet ziet. We eten prima, het voorgerecht is champignons in room en knoflook!

Dag 4, Ingleby Cross - Clay Bank Top, 19,7 km

Maar eerst dus nog met de Packhorse in Ingleby Cross zien te komen! We zijn weer vroeg uit de veren en de receptie is nog niet open. We besluiten onze sleutel van de wasgelegenheid aan de lads te geven, laten zij de borg maar incasseren. We vragen ze nog wanneer zij richting Richmond (westelijk gelegen) gaan, want we begrepen dat ook zij daar hun bagage laten oppikken. Ze vertellen nog dat ze het anders hebben geregeld, we vragen niet hoe en vertrekken lopend naar Richmond. Weer drie kwartier dus.

We ontbijten daar zeer genoeglijk op de markt, met een pak jus d'orange en verse bruine bolletjes plus ham. De rugzakken trekken de aandacht en een oudere lokaal begint een heel verhaal. De Packhorse is er niet op tijd. Maar net als we beginnen te balen van het vooruitzicht weer iets anders te moeten gaan bedenken verschijnt de bestelbus. En de gedachte die zich in afwachting van de verschijning van dit groene vehikel al ontwikkelde wordt bewaarheid: de Packhorse rijdt via de camping richting Ingleby Cross (oostelijk gelegen)!!!!

Achteraf stom van ons, maar ook onattent van de lads. Ze hadden ons hier best op mogen wijzen. En zo passen wij in de Packhorse op hun bagage, want die wordt dus keurig door de chauffeur bij de receptie van de camping opgepikt. Maar we bedwingen ons en besparen hun rugzakken de meest vuige testen die we in gedachten hebben. Deze mentale beheersing is overigens absoluut voor niets: we zien de lads niet meer terug.

 

Maar uiteindelijk kunnen zij er ook niets aan doen, het is weer de organisatie die ons test. Want is het tot nu toe redelijk weer, boven de North York Moors hangen alweer de donkere wolken.

Na Ingleby Cross begin we gelijk sterk te stijgen en al snel zijn we 'in de wolken'. En daar komen we vandaag ook niet meer uit. Het gaat gaandeweg ook nog eens regenen, zonder dat de mist verdwijnt overigens. En dat is jammer, want de beschrijvingen van dit traject zijn zonder uitzondering erg positief. Het is ook nog eens een hele pittige tocht met vijf colletjes. Dus stel je een combinatie van mist, soms in flarden, regen, pittige klimmers en bovenop stevige windstoten voor. En bij mij nog eenpaar blaren. We zijn dus maar wat blij als we een soort pub tegenkomen. De Wainstones, een groep grote aparte stenen, zijn in de mist wel heel geheimzinnig en spannend. Maar al met al lopen we hier in het besef in een prachtige omgeving te zijn en we zien niets!!

 

We komen aan op Clay Bank Top, het eindpunt voor vandaag. We weten dat hier geen accommodatie is. Maar, zoals gepland, de tent opzetten in de regen en daar verregend binnen stappen zien we niet zitten. We besluiten een plek voor de nacht te zoeken in zuidelijke richting, richting Chop Gate. De eerste boerderij is Holms Farm. Deze is verlaten en Paul ziet, met wat aanpassingen, nog wel mogelijkheden voor een bivak. Maar ik loop ondanks m'n blaren liever door. We proberen het nog eens bij het eerste groepje huizen, de bewoner raakt echter niet enthousiast als we hem voorstellen zijn schuur deze nacht te bewaken. Ook hier is drie keer scheepsrecht, want in het begin van Chopgate treffen we, een uiteindelijk, welwillende mevrouw. En dat is wel een mooi proces. Moet je je voorstellen, komen er ineens twee wildvreemde buitenlandse zwervers aan je deur kloppen. Dat is wel even schrikken. We mogen dus slapen in een open schuur. Niet veel later in een winddichte schuur en uiteindelijk, als ook de dochter er bij is gehaald, in een met fitness apparaten ingerichte ruimte. Fantastisch!

 

We vragen de aardige mevrouw, Kath Leckenby, ook hoe we het snelst weer op onze route komen. Want we hebben weinig zin om eerst vier kilometer te lopen om vervolgens aan de loop van morgen van dertig kilometer te beginnen. Het moet mogelijk zijn om een stuk af te snijden als we in noordoostelijke richting lopen. Daar wordt haar man, Cliff, bij betrokken en we begrijpen dat het beter is geen shortcut te nemen. A man can get lost in the moors. Het eind van het liedje is dat mevrouw Leckenby ons de volgende morgen vroeg om zeven uur met de auto naar Clay Bank Top brengt. Klasse toch?!Paul kookt tussen de fitnessapparaten een heerlijke spaghetti, met een cupasoup vooraf. Voortreffelijk!

 

Door de warmte-ontwikkeling valt er wat kalk van de muren, maar dat is gelukkig éénmalig. We bellen nog even met de meisjes, rollen de matjes en de slaapzak uit en maken een absolute supermeur.

 

Dag 5, Clay Bank Top naar Glaisdale, 30,2 km

We vertrekken bewust erg vroeg, want we willen 's middags of 's avonds nog weg komen uit Glaisdale. We moeten immers vrijdagmiddag op tijd bij de boot in Newcastle zijn en het vertrouwen in de mogelijkheden van het openbaar vervoer is de afgelopen dagen niet gegroeid. Achteraf vallen de mogelijkheden mee, maar blijkt er die vrijdag wel een staking te zijn. Goede beslissing dus!

 

We starten gewoon weer in de mist en we maken ons geen illusies voor wat betreft the great views….. Het traject is op zich makkelijk, een heel stuk van de route gaat over een ontmantelde spoorweg. In de eerste zestien kilometer doemen er twee keer mensen op uit de mist. De eerste keer twee mannen die aan een dagtrip bezig zijn en later een krasse 65 plusser die ons vertelt op de terugweg te zijn. We begrijpen het niet direct goed, maar al snel blijkt dat deze heer de Coast to Coast van St. Bees naar Robin Hoods Bay heeft gelopen en nu dus weer op weg is naar St. Bees! Hij vertelt ons dat het nog drie kwartier lopen is naar de Lion Inn, het eerste teken van enige bewoning na zestien kilometer.

 

Over deze pub wordt ook enthousiast verhaald, maar ons valt het tegen. Je moet als rugzakker je schoenen uittrekken en gezien m'n blaren heb ik daar helemaal geen zin in. Ja inderdaad, inmiddels zit ik er aardig doorheen, moe, blaren. En Paul heeft schijnbaar nergens last van, vreselijk. Wel is het weer wat opgeknapt en we hebben toch nog een aantal aardige vergezichten. We lopen nu een stuk over asfalt en de overgang naar Cut Road is enorm. Zelden zo'n slecht pad bewandeld, onge- looflijk. Prettig is hier wel dat je de weg bij de naam kunt noemen. En dat doe ik dan ook zeer hartgrondig en zeer frequent! Op zich motiveert zo'n hellepad wel, want je wilt eerst dat de ellende stopt, voordat je zelf stopt. En dat doen we als de Cut Road overgaat in de Glaisdale Rigg. Paul serveert hardkeks met sardientjes en we drinken warme chocola. Daar knap ik enorm van op. Op de Glaisdale Rigg lopen veel mensen te wandelen en ook dat motiveert. We halen er de nodige in!

 

En dan, net voordat we Glaisdale bereiken, zien we het eerste stel lopers die net als wij ook de tent en slaapzak torsen….En dat is toch the real thing. Glaisdale zelf stelt niets voor, maar hier is dus wel ons (eind) station. Dat is best raar, want we sluiten in feite geen route af, maar hoeven ook niet meer te lopen!

Stuck!
Easy job!

In de trein treffen we een spraakzame Engelsman. Volgens Paul zijn ze dat trouwens bijna allemaal. Deze heeft in z'n diensttijd in Maastricht gelegen en heeft in Scheveningen z'n zuster opgehaald toen zij een weekje over was. Hij is natuurlijk helemaal niet in Scheveningen geweest, maar wil ons wel even laten horen dat ie het uit kan spreken. We worden gewezen op de bijzonderheden langs het spoor en nadrukkelijk op het standbeeld van Cook, de ontdekkingsreiziger. Die schijnt hier geboren te zijn. Even later stopt de trein, wisselt van machinist en rijdt vrolijk weer terug! Blijkt zo te horen, we gaan toch richting Newcastle. Maar niet voordat we weer dat standbeeld van Cook passeren en jawel hoor, Sgggggeveningen begint weer te wijzen en te roepen…..

In Newcastle is het even zoeken naar info over slaapgelegenheid. Al snel vragen we een taxichauffeur om ons naar de jeugdherberg te brengen. Die zit vol, maar om de hoek zit een goedkoop hotel, waar we ook nog eens korting krijgen omdat Paul vertelt dat de jeugdherberg ons doorverwijst! We douchen en vertrekken om uiteindelijk in een Italiaans restaurant een hap te eten. De verhouding bediening / gasten is hier zo'n beetje één op twee. Aangezien iedere ober z'n eigen taak heeft, zien we in zeer korte tijd heel veel Italianen. Beetje hectisch, maar het eten is prima. We pakken nog een pint in de pub en niet veel later zoeken we ons bedje op.

 

Vrijdag 7 juni 2002, Newcastle

Weer een 'full english!'. Niet veel later lopen we naar het centrum, we gaan Newcastle bekijken! We proberen eerst op het station onze rugzakken te stallen, maar dat lukt niet. We lopen naar de Tyne om de reeks bruggen te bekijken. De Millennium-bridge is natuurlijk het paradepaardje, maar er staan ook een paar mooie oude! Het nieuw aangelegde havengebied langs de Tyne is prachtig, fraaie panden, mooie boulevard. Aan de overkant ligt een fabriek, de Baltic Flour Mills, waar ze druk aan restaureren zijn. We begrijpen het niet helemaal, industrie past daar niet meer, maar terug in Nederland blijkt dit een museum te worden! En dat moet dan Gateshead, zo heet de plaats aan de overkant, op de wereldkaart zetten.

We lopen weer terug naar het centrum en er heerst een aparte sfeer. Op werklocaties is niemand te zien, op andere plekken is het een drukte van belang. Verklaarbaar? Ja! Engeland speelt tegen Argentinië!! Er wordt nauwelijks gewerkt, iedereen haast zich naar de pub, disco of waar de tv ook mag staan, met het liefst wat sapjes in de buurt… Op sommige punten staan politie observatieposten, blijkbaar verwacht men nog enige emotie. Paul en ik hebben mazzel, we vinden een niet al te drukke pub met televisie. Het is leuk om deze wedstrijd hier in Engeland te zien. We blijven nog even hangen en spoeden ons dan richting station, bus en nachtboot. Die zit dit keer behoorlijk vol. In de bruine kroeg zit een stel mannen die vrijgezellen-avond in Amsterdam gaan vieren. Alhoewel ze het behoorlijk op een zuipen zetten wordt het nooit vervelend.

Zaterdag 8 juni 2002

Vertrokken met zon, terug met zon. Niet te geloven, in Nederland is het de hele week mooi weer geweest!!! Paul maakt vanuit de bus alvast afspraken om de volgende dag naar de Laverda-meeting in Assen te gaan. En we bellen natuurlijk even met de meisjes. In Amsterdam scheiden onze wegen onverwacht snel, Paul kan z'n trein nog net halen. Het stukje van het station naar huis loop ik, dat halve uurtje stelt echt niets meer voor. Brenda staat op straat om te zien aankomen!

 

Tenslotte

Dit was mijn eerste hike. Was het leuk? Ja het was geweldig! Waarom? Moeilijk te beschrijven, ik zal het proberen.

 

Ten eerste is het net een film waarin jezelf speelt. Dat komt omdat je constant met verplaatsen en andere zaken bezig bent. De beleving is intens. Tijd om rustig over de film na te denken is er niet, dat komt pas achteraf. Daarom is het ook prettig om het allemaal eens op papier te zetten.

 

Ten tweede zijn je zorgen heel elementair. Je wilt van A naar B, hoe kom je daar? Verder moet je ook wat eten en tenslotte moet je ook nog ergens slapen. Dat is alles, heerlijk.

Ten derde is er de natuur. Je komt op plekken waar je alleen lopend kunt komen en dan vaak ook nog pas na een bijzondere prestatie. Je hoort al gauw helemaal niets meer, ik bedoel geen stadsgeluiden of verkeer wat je hoort rijden, kortom rust. Je geniet van de zon, je baalt van de regen.

 

Ten vierde heb je de vrijheid. Niets hoeft, je bepaalt zelf wat je doet. Waar en wanneer stoppen, slapen in je tent of elders, koken op de pit of uit eten. De enige belemmering hierin kan het doel zijn dat je jezelf stelt, maar ook dat is vrijheid: je eigen keuzes maken.

 

Ten vijfde zit er iets van een prestatie in. Het gaat niet om een vrijblijvend wandelingetje, je praat wel over behoorlijke klimmetjes of aardige afstanden. En over slecht of juist heel warm weer. Primitieve omstandigheden om te slapen en te eten. En dat met minimaal vijftien kilo op je rug. Niet iedereen kan het en lang niet iedereen doet het.

 

Dank!

Natuurlijk Hans en Henny voor de rugzak! Maar vooral moet ik Paul bedanken. Paul is meer ervaren, loopt sneller en makkelijker. Dat wisten we van te voren al, maar toch vormde het voor hem geen belemmering om met mij op pad te gaan. Dank Paul, ik vond het geweldig!

Hikers: Paul Fontein en Leendert Bakker

Tekst: Leendert P. Bakker, Hoorn, augustus 2002
 

bottom of page