top of page

La Gervava

WRT-cursusweekend, Maart 2005

De Werkgroep Randonnée en Trekking (WRT) was een onderdeel van de Nivon Bergsportgroep Amsterdam (NBA).

Tot 2012 werd jaarlijks door de WRT een cursus georganiseerd waarbij je werd voorbereid op bergwandelen of een langere trektocht.

De NBA is in de jaren zeventig ontstaan uit een groep fanatieke bergwandelaars binnen het Nivon (Nederlandse Natuurvrienden) en is in de loop van de tijd uitgegroeid tot een groep mensen die zich bezig houdt met allerlei bergsport- en andere buitenactiviteiten; van een-voudige voettochten tot extreme beklimmingen.


 

Door de jaren heen heeft de NBA zijn eigen karakter kunnen behouden: kleinschalig, vriendelijk en gericht op bergsport. De activiteiten en opleidingen worden uitsluitend door NBA-vrijwilligers georganiseerd.

De NBA had een eigen 'berghut' aan de Marnixkade 2 in Amsterdam. Deze accommodatie maakte het mogelijk theoretische opleidingen te verzorgen met betrekking tot randonnee, trekking, rotsklimmen en alpinisme. De hut werd ook gebruikt voor een scala aan sociale bijeen-komsten. Er was een uitgebreide bibliotheek, rijk aan kaart, gids en verhaal materiaal.

Vanaf 2016 heeft de NBA een gemeenschappelijk honk met de NKBV Afd. A'dam.

Intro

Vorig jaar nog zelf meegedaan als cursisten, nu als ‘kaderleden’. Nu is kaderlid een beetje een naar woord. Het suggereert veel meer dan wij ons voelen. Hoe voelen wij ons dan? Cursisten met voorsprong, daar komt het zo’n beetje op neer. Een aantal van ons zijn vrijwilliger geworden om de gemiste cursusonderdelen alsnog te volgen. Of omdat ze weten dat Marc Schoorel weer gaat koken. Dat zegt genoeg lijkt me.

Cursist met voorsprong dus, ofwel cuvo.  Maar voelt het bestaande kader zich kader? Ja en nee. En dat ligt gevoelig, er is zelfs een ‘onderbuikvergadering’ aan gewijd. Er bestaat namelijk een onderscheid tussen ‘oud-‘ en ‘nieuw kader’. Kaderleden met een soort van officiële opleiding en zonder. Je zou kunnen zeggen dat ‘met’ zich kader voelt. Voor een cuvo en nieuwe kaderleden is dat lastig. Ze kijken liever naar wat iemand bijdraagt. En we lopen in de weekenden niet in de Alpen of de Pyreneeën. Een cuvo is for a start al blij als hij een geil naar een heuvel kijkende cursist kan wijzen op de alpiene cursus. En de cursist die in Ardennen hoogtevrees krijgt naar de Wandelende Tak. Voor de goede orde: er zijn ook Alpiene Wandelende Takken. Die zijn dan een beetje in de WAR.

 

Vrijdag 18 maart 2005

Zeven uur ‘s avonds, Amstelstation, met Karin. Ook Emmy en José durven het aan om mee te rijden. Vooral goed van Emmy, zij rijdt het liefst zelf. Zo biedt ze me aan om, in het geval de vermoeiende werkweek zo z’n gevolgen heeft, het stuur van me over te nemen. Niet geheel ontoevallig na het moment dat een fietser zich in het rechterzijportier dreigt te boren.

Onderweg is er mobiel contact met Willem. Willem verdient enige support, want die lapt werkelijk elke WRT-regel aan z’n laars. Hij heeft zelfs voor de aanvang van de cursus al intiem contact met een cursist. Het hart wordt hem tijdens de stop bij ‘De Lachende Goudreinet’  onder de riem gestoken. Hij mag betalen.

Halfelf draaien we het weggetje naar het vriendenhuis in. Mooi op tijd, na elven ontdopt de oude beheerder geen Belgische biertjes meer. Denk ik dan nog. Als ik ga bestellen is hij net bezig af te sluiten. Op m’n beste Frans wijs ik op de klok: “onze heures c’est finito n’est ce pas?” Maar zijn interpretatie van de huisregels is toch wel verrassend. Hij geeft aan dat hij niet moet stoppen met schenken om elf uur, maar dat hij dan in bed moet liggen. En daarom sluit hij nu de tent. Ik probeer het met de zeven uur die onze verschrikkelijke reis geduurd heeft, hij is niet onder de indruk. En ook niet van de knieval die ik voor hem maak met geheven gevouwen handen. Waar ik het had moeten proberen met de vraag of het een half uur duurt om een kunstgebit in een bekertje water te laten glijden. Maar zeg dat maar eens in het Frans.
 

Wout, het probleem als huttenwaard onderkennende, gaat mee om bier in de plaatselijke kroeg te halen. Karin ook, zij onderkende dit probleem als bierbehoeftige vorig jaar al. Hoewel we vreemde eenden in de Waalse bijt zijn, is het uiterst aangenaam in de kroeg. We moeten door Chantal telefonisch op onze verantwoordelijkheden gewezen worden. Het wordt nog erg gezellig op het terras van het vriendenhuis, we hebben Rochefort en Jupiler meegebracht. En als we bij het tentje komen (het is vorig jaar gebleken dat het beter is een Belgische koe wakker te houden dan een Nederlandse cursist) blijkt Willem er een brandend kaarslampje neergezet te hebben.
 

Zaterdag 19 maart

Dat is nog niet alles, we worden ‘s morgens door hem als tentbuur wakker gemaakt met een kop koffie. Paradijs op aarde. Maar er moet ook nog wat gebeuren. Het kader wordt gesplitst, een deel blijft bij de cursisten om de eerste kompasoefening te doen. Het andere deel gaat onder leiding van Erik en Carla de oefening van ‘s middags voorwandelen. Dat is leuk, herinneringen aan vorig jaar komen weer boven. Vooral de plekken waar het mis ging blijken diep in het geheugen gegrift te staan. Het is trouwens een heel fraaie wandeling. Aan het einde er van valt de groep in tweeën. We maken ons ernstige zorgen: het zal toch niet waar wezen dat we aan de cursisten moeten zeggen dat de andere groep begeleiders verdwaald is! Dat valt gelukkig mee, ze bleken een uitgebreide pauze genomen te hebben.
 

Tentjes bij La Gervava

‘s Middags mogen we dan echt aan de bak. Met de groepjes cursisten meelopen. Willem en ik mogen mee met Jan, Coby en José. We worden gelijk getest: ze verstoppen zich in een oude caravan die in het bos staat.

Dat hadden we dus wel mooi in de smiezen. Hun straf volgt al snel, ze lopen verkeerd op een overigens juiste koers. Maar is dit te beschouwen als dalend? En is het wel een pad? Waar Jan aan het begin nog een uitstekende pers bij de dames had, gaat hij deze nu rap verliezen.  Ondanks dat weet Jan de meiden toch weer in de door hem gekozen, maar nog steeds verkeerde, richting te krijgen. Lastig meiden hoor, zo’n knaap in je midden. Jan weet veel van de natuur. Hij stelt ons bier in het vooruitzicht als wij de juiste naam van de door hem aangewezen plant weten. Het angstige voorgevoel dat we zelf ons bier gaan betalen wordt bewaarheid. Wat zagen we allemaal Jan, weet jij het nog? In ieder geval een kaarderbol, dat zou ik zeker niet vergeten zei je. En jaarringen waaraan je kon zien of de boom aan de rand van- of midden in het bos stond.

 

Na de misser gaat het overigens erg goed met onze groep, ze krijgen er gevoel voor. Natuurlijk zitten er lastige punten in, maar ze komen er uit.  

Onderweg komen we andere groepjes tegen, het groepje met Tim en Kiek onder begeleiding van Joost, Marc KW en Margriet zelfs twee keer. Waaraan we de voorzichtige conclusie verbinden dat het daar ook niet altijd helemaal goed ging. En bij Richard en Corine overigens ook niet. Karin en Emmy lopen met hen mee en Karin belt me op met de vraag hoe lang je een groepje nu eigenlijk verkeerd moet laten lopen: “zo lang mogelijk Karin!”. Hoe het Belia en Jacinta met Gonny en José verging is mij niet bekend.

Twintig kilometer verderop zijn Erik, Carla, Chantal, Wout, Marc en Femke bezig rond Baraque St. Michel. Verkennen voor volgende keren. Ze lopen daar in een flink pak sneeuw en dichte mist!

Gelukkig blijkt bij terugkeer dat de beheerder niet aan een middagslaap doet. Belgisch bier wordt ons deel en ze komen na deze dag buiten spelen behoorlijk aan. Een erg goed excuus trouwens om samen met Karin de tent even op te zoeken. Er wordt door de cursisten gezellig gekokkereld en met smaak gegeten. Wij, begeleiders, hebben het grote genoegen Marc Schoorel in de gelederen te hebben. Met hulp van zijn keukenprinsen Wout en Marc Klein-Wolt serveren ze een meer dan uitstekend diner. Salade met ansjovis, kappertjes, spekjes en een beetje balsamicoazijn. Zuurkool met zalm op aardappelpuree met beurre blanc a la Gervava. Cake met geslagen room en chocola, gedoopt in whisky. Klasse Marc en prinsen, onze complimenten.

Tijdens de nazit is ineens alle drank op en de beheerder ligt natuurlijk weer te slapen. Gelukkig valt mijn oog op een aangebroken fles whisky in een openstaand kastje. Marc Schoorel, notoire nachtbraker, wijst mij er op dat deze fles van Wout is. We stellen ons de vraag of we Wout wakker moeten maken en vragen of we een drupje mogen. In deze vraagstelling zitten goede elementen, zeker. Alleen ze worden verkeerd gebruikt. Beter is om nu alvast een drupje te nemen en als Wout morgen wakker is het hem te vragen. Als de fles leeg is constateren we een paar merkwaardige zaken.

Karin gorgelt met whisky, dat is stukken beter dan met listerine stelt ze. José gedraagt zich alsof ze de fles alleen soldaat heeft gemaakt, maar in werkelijkheid heeft ze er alleen aan geroken. Maar het meest merkwaardige is toch wel dat de benen van Karin en mij in het schijnsel van de buitenlamp verworden zijn tot heuse reuzenstelten. En dat als je op stelten naar de tent loopt het razend moeilijk is de, ineens ook buitenproportionele, molshopen te ontwijken. 

Zondag 20 maart

Karin’s gebakken eieren blijven binnen en Wout heeft alle begrip voor het dilemma van gisteravond. Sterker nog, we krijgen van hem als cuvo’s een vet compliment. Eigen initiatief en oplossingen zoeken voor urgente problemen worden zeer gewaardeerd binnen de WRT.

Waar het gisteren nog af en toe druilerig was, wordt het nu een heel mooie dag. Ideaal weer voor de cursisten om te gaan stappentellen, kompaslezen en lopen op allerlei uitgeklede kaarten. Voor ons wordt het posten. Eric en Carla hebben Karin en mij samen op een post gezet. Hulde! Het posten zelf is een ander verhaal.

Aan het eind van de dag hebben we namelijk slechts één groepje cursisten voorbij zien komen. En dankzij ons gejudo viel het oog van de kaderveegploeg op ons, anders hadden we nu nog in perceel 25 gestaan. Tja, wat doe je dan op zo’n dag. Beetje zoenen. Veel eten en drinken natuurlijk. Koffie, water, stroopwafels, boterhammen, soep, droge worst, marsje, nutsje en niet te vergeten Karin’s salmiaksterren. Poepen in het bos. Slapen op het mos. Margriet komt op bezoek en we hebben een goed gesprek. Nog een beetje zoenen. We bellen Emmy en Willem: “zoenen jullie ook?” “Nee, wij nog niet”. We moeten ook wat bewegen, we gaan hink-stap-sprongen. Karin wordt creatief en maakt van allerlei blaadjes, dennenappels en takjes een kunstwerk. Een vrouw met hond vraagt ons de weg. Blijkbaar zit het met onze uitstraling wel goed. Weer bellen: Emmy en Willem hebben al twee groepjes gehad! Opeens lijkt het kunstwerk op een brandstapel, wat Karin in eerste instantie niet leuk vindt. Maar dan ziet ze in mij ineens Jeanne d’Arc en dan is het wel weer leuk. Tijd voor een kleine wandeling, we besluiten even bij perceel 26 te gaan kijken. Als 25 bewoond is, dan ook 26 is de gedachte. Natuurlijk zijn de buren niet thuis, zeker met het mooie weer ook even aan het wandelen. Weer zoenen, nu op de klok. We halen nu non-stop een kwartier. En tot slot het partijtje judo, waarbij Karin’s soft shell een permanente herinnering krijgt aan de Ardense klei. Dat aspect zie je nu nooit in testjes in de Op Pad.

It's lonely at the post

Achteraf blijkt het groepje van Jan, Coby en José een essentiële doorsteek niet gevonden te hebben. Het derde groepje met Belia, Corien en Jacinta gaf voortijdig op. We waren dus erg blij met Richard, Tim en Kiek. We hebben er niet helemaal voor niets gezeten. En we konden hun bovendien zo aan het einde van de middag nog behoeden voor een, weliswaar fraaie maar, niet geheel correcte routekeuze.

We nemen afscheid en gaan ons weegs maar bij het frietkot in Remouchamps treffen we elkaar weer. Daar is de uitbater niet op berekend en geduld oefenen is ons deel. Dat heeft wel het voordeel dat we ons uitgebreid kunnen oriënteren op de verkrijgbare sauzen. De mooie namen daarvan maken de smaak niet helemaal waar, het wordt tijd dat de Belgen het patatje oorlog ontdekken. Qua porties steken ze ons de loef weer af, een punt patat petit is voor de meesten van ons al te veel.

Acht uur. Op de terugweg weten we de juiste afslag te nemen, dwars door Luik en niet door de tunnel en er dan ruim om heen. Goede gesprekken in de auto, persoonlijke onderwerpen. Zo’n weekend brengt je dichter tot elkaar. Weer in Nederland vallen sommige damesogen toe en bij een van hen tegelijkertijd de mond open. Het is lastig kiezen waar te kijken: met een serieuze blik door de voorruit, of met een glimlach opzij. Vanaf de stop bij De Lucht blijft iedereen wakker en we draaien om elf uur de ring A10 af. Amsterdam, einde weekend. Alhoewel, Karin gaat mee naar Hoorn.

 
Tenslotte

De groep cursisten is klein dit jaar, veertien, waarvan er negen deelnamen aan dit weekend. Maar wat een fantastische groep. En een wat grotere en ook helemaal prima groep begeleiders. De sfeer was echt top en relaxt, zaken werden niet opgeblazen, iedereen was bezig er iets van te maken. Cursist, kader, cuvo, what’s in a name?

Leendert P. Bakker, Hoorn, mei 2005. Met dank aan Belia, Wout, Erik en Karin for freshing things up.

Karin post in het bos
bottom of page