En ja hoor, daar is wij weer. Nalbert Fiep. Ditmaal op het kampeerterrein bij Winterswijk, ‘t Masterveld. Nu schijnt dat niet zo verrassend te zijn, want Nalbert schijnt in de buurt te wonen. En dan is het om de hoek. Dus eigenlijk is het meer verrassend dat Karin en ik daar staan. Samen met Erik en Carla.
Erik en Carla kennen Nalbert nog niet, dus laat ik ze een eerder geschreven stukje ‘De Man Zonder Sandaal’ lezen. Wat dat verhaal niet vertelt, is dat ik ontboden ben bij het NTKC-bestuur om een toelichting te geven op een post op Facebook. Daarin geef ik in 2014 aan dat Nalbert ‘zijn keutel intrekt’ met betrekking tot zijn plan om ook het kleine toiletgebouwtje achter op het terrein in Huizen van verwarming te voorzien. Nalbert kon er de humor niet van inzien.
Nu is een gebrek aan humor niet per se een slechte eigenschap. Zo kan Nalbert ook de humor niet inzien van de niet onder controle zijnde blaffende hondenschaar die Sara de M. meebrengt naar ’t Masterveld. Naar verluidt heeft ze er tien bij zich. Nalbert presenteert haar ter plekke een waarschuwing. Een brief namens de NTKC die haar vertelt dat ze niet meer welkom op de terreinen is met meer dan twee honden. Daarnaast moet ze de volgende dag vertrekken. Eén doorwaakte nacht teveel voor alle gasten gezien het nachtelijk geblaf, maar verder een prima actie. Begrijpelijk ook.
Minder begrijpelijk is het als Nalbert de volgende dag op zijn kop in de riolering bij ’t Praathuis hangt. Als Carla vraagt of ze hem aan z’n voeten vast moet houden, voelt hij zich een verklaring schuldig. ‘Ja, ik zoek de toiletborstel. Die heb ik net per ongeluk doorgespoeld’…
Als Carla haar wonderbaarlijke ontmoeting deelt, is een gekwadrateerd ongeloof mijn deel. Nalbert ook hier bij het toiletgebouw aan het zoeken? WTF!! Naar een toiletborstel?? M’n reet! Hij Fiept weer! Hij zoekt z’n in Huizen verloren sandaal hier in Winterswijk!!
Een triest gegeven. Voor Nalbert, want die wordt van zijn levensdagen niet meer serieus genomen. Maar ook voor mij. Het is triest als je om dit soort dingen van harte moet lachen.