Het was een beetje tamme avond.
Dammen is natuurlijk een serieuze aangelegenheid en daar past concentratie en stilte bij. Niets leuker dan dit een beetje te ontregelen met wat subtiliteiten of een kwinkslag. Gisteravond lukte het met: ‘Rudolph, wat een gezellig zetje is dat’. Niemand weet natuurlijk wat een ‘gezellig zetje’ is, dus heb je even later iedereen om je bord staan om dat ‘gezellige zetje’ eens goed te bekijken.
Rudolph kan slecht tegen belangstelling. Hij wordt daar een beetje zenuwachtig van. Mij komt dat wel goed uit en ik kreeg misschien wel hierom voordeel. Op zo’n moment is het zaak rustig te blijven, je voordeel langzaam maar zeker uit te bouwen en de druk op je tegenstander op te voeren. Maar dat is erg lastig als je te graag wilt. Zo koos ik toch voor de wederzijdse dam die Rudolph bood met voor mij een schijf minder. Va-banque!
Nou, het lukte allemaal niet wat ik wilde en ik meende de zaak weer in evenwicht te kunnen trekken. Dat lukte, maar alleen doordat Rudolph – net als ik – een verplichte tweeslag over het hoofd zag. Een identieke foutieve gedachtegang! Het werd remise, maar eigenlijk had ik moeten verliezen.
Verder heb ik Jan Korff in de gaten gehouden. Die moet ik nog een keer van repliek dienen. Jan is een echte heer en komt af en toe sterk uit de hoek. Naar mij toe heeft hij zijn hoogtepunt gevonden in ‘ik krijg jou wel op de goedkope kast Leen Bakker’. Maar mijn ‘is dat zo Korfbal’ begreep hij niet. Dus wacht ik nu – wel heel – geduldig op een nieuw verbaal hoogstandje van Jan.
De dialoog die me dan voor ogen staat gaat zo: ‘Jan stop nou met je grapjes, want je loopt een groot risico.’ Jan vraagt dan ‘hoezo groot risico?’ Dat er straks op je grafsteen staat: ‘houd voorgoed je muil Korff!’