Het is een goede gewoonte geworden om dinsdags op weg naar Grunn de Witt een ontbijtje te halen bij Shell-tankstation Brandend Zand. Dat doet collega Beau de la Bouche ook. Met dit verschil dat Beau een uitstekend contact heeft opgebouwd met Keesje, één van de medewerkers daar.
Beau en ik komen er nu al jaren op dinsdagmorgen, maar Keesje herkent Beau direct, mij nooit. Ze hebben dan een goed gesprek en daarna stapt Beau weer in de auto en Keesje vult de Starbucks-automaat.
Vanmorgen was ik er als eerste. Keesje was bezig met de automaat en ik zag Beau al aanleggen bij de dieselpomp. Ik loop naar buiten met m’n ontbijtje en wil Beau begroeten, maar een andere man die met mij naar buiten loopt is mij voor. Hij roept naar Beau: ‘hey man, je moet de groeten hebben van Keesje!!’
Het moet niet gekker worden. Ik weet zeker dat Beau de gewoonte heeft om na het tanken naar binnen te lopen om af te rekenen. Keesje zou daar op hebben kunnen wachten, maar koos er toch voor om zichzelf even in Beau’s schijnwerper te plaatsen.
Op kantoor hebben we het er nog even over. ‘Beau, ik weet het niet, maar die dame is volgens mij hartstikke gek op je’. ‘Welnee, dat valt wel mee. Ze is weduwe. En ze mist hem wel, maar ze vertelde me ook dat ze het zo wel lekker rustig vindt.’ ‘Ammehoela Beau de la Bouche, ik ben niet overtuigd. Rustig zonder hem maar wild met jou, zal ze bedoelen.’
Er groeit iets moois tussen Beau en Keesje op het Brandend Zand. En misschien is er wel nergens water…